Energievoorziening

Het lichaam heeft twee belangrijke energiebronnen, vet en suikers. Iedereen heeft een voorraad vet voor weken maar de suikervoorraad is maar beperkt. In rust en bij geringe inspanningen gebruikt een gezond lichaam vooral vet voor de energievoorziening. Bij toenemende inspanning, vooral boven de aerobe drempel wordt er steeds meer suiker ingezet om energie te leveren.  Bij inspanningen rond anaerobe drempel wordt bijna alle energie geleverd door suikers. Halverwege de aerobe en de anaerobe drempel is dat ongeveer 50%.

Maar dat geldt niet voor iedereen. Stress, weinig beweging, veel koolhydraten eten zijn factoren die er toe kunnen leiden dat mensen nauwelijks nog in staat zijn vet in te zetten als brandstof. Ook in rust en bij geringe inspanning wordt al suiker ingezet. Die voorraad is dan snel op en mensen zijn moe en futloos. Met de rustmeting is te controleren of uw lichaam wel voldoende zijn vetten inzet voor de energievoorziening. En daarmee of u uw suikervoorraden spaart voor grotere inspanningen.
Voor de sporter is dat belangrijk bij langdurende inspanningen. Niemand kan een marathon lopen op alleen zijn suikervoorraad.
Voor mensen met een burn-out, chronische vermoeidheid en fibromyalgie is de suikervoorraad zo gering dat deze hard nodig is voor de dagelijkse zaken.
Met een programma van ademtherapie, aan de persoonlijke mogelijkheden aangepaste training en voeding kunnen ook zij opnieuw aanleren om vetten als energiebron te benutten. Maar gemakkelijk gaat dat niet.