Burn-out, CVS, ME (Myaligische Encefalomyelitis) en ook fibromyalgie hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Met als meest opvallende het gebrek aan energie en snel uitgeput zijn. Daarnaast zijn er vaak bijkomende klachten van diverse aard.
Wat de kwaal veroorzaakt heeft, is lang niet altijd duidelijk. Soms zijn er perioden van overbelasting (stress) aan voorafgegaan, soms lijkt een infectie de trigger te zijn geweest, maar het kan ook sluipend zijn ontstaan. Van een burn-out herstelt je vaak wel als je voldoende rust krijgt, maar het duurt wel vaak maanden. Dan kan aanzienlijk korter met een gerichte aanpak.
De andere kwalen lijken vaak chronisch. Onderzoeken door verschillende specialisten leveren geen duidelijke oorzaak op en deze diagnoses zijn ook veelal ‘verlegenheids’ diagnoses. Duidelijk is dat ze allemaal ernstig onze kwaliteit van leven aantasten.
Het mag dan onduidelijk zijn hoe dit ontstaat, wel duidelijk is dat bij al deze kwalen de verbranding is verstoord en dat die de oorzaak van de ernstige vermoeidheid is. Om dat aan te pakken heeft Stans van der Poel een methode ontwikkeld. Een methode die ook wetenschappelijk is gevalideerd.
Bij ruim 80% van patiënten heeft zij met deze methode aanzienlijke verbeteringen geboekt. Niet dat ze allemaal als volledig genezen kunnen worden beschouwd maar hun kwaliteit van leven is sterk vooruit gegaan omdat ze veel meer energie hebben. Vaak verminderen daarmee veel bijkomende klachten ook.
Wat is er aan de hand? Een mens heeft twee belangrijke energiebronnen, vet en suikers. Vetvoorraden heeft iedereen, ook de zeer slanke mensen meer dan voldoende. Onze suikervoorraad is echter vrij beperkt. In rust en bij geringe inspanningen gebruik een gezond mens vooral zijn vetvoorraden. Pas bij grotere inspanningen gaan de suikers een belangrijke rol spelen in de energievoorziening van het lichaam. Want met suikers kunnen we meer kracht leveren.
De overdag verbruikte suikers worden ’s nachts weer aangevuld zodat we de volgende morgen weer fit aan de dag kunnen beginnen. Een gezond lichaam gaat dus zuinig om met de ‘kostbare’ suikers.
En in dat opzicht is bij deze kwalen je lichaam uit balans. Bij geringe inspanningen en zelfs in rust gebruikt het lichaam veel meer suikers voor de verbranding dan ‘normaal’ is. Dan is de voorraad snel op. En ook vult je lichaam, omdat het niet echt tot rust komt, ’s nachts de suikervoorraad maar heel beperkt aan en dus begin je al vermoeid aan de dag. Deze hoge suikerverbranding is voor je lichaam het ‘nieuwe normaal’ geworden. Door de verhoogde verbranding adem je veel meer lucht per minuut in dan nodig is voor de (geringe) lichamelijke inspanning die je levert. Je lichaam is uit balans.
De hoge suikerverbranding in rust is vast te stellen met een rustmeting.
De aanpak richt zich op het weer leren van je lichaam wat werkelijk normaal is qua verbranding in rust en bij lichte inspanningen en op het weer opbouwen van de energievoorraden (= suikers in de spieren).
Met ademtherapie leert je in rust zo te ademen dat je minder zuurstof op neemt en vooral dat je minder CO2 uitademt. Dat remt de suikerverbranding is rust, overigens vooral doordat de CO2 spanning in je bloed stijgt, en dat stimuleert de vetverbranding.
Daarnaast moet je gaan bewegen. Dat klinkt wellicht vreemd bij ernstige vermoeidheid, maar door te bewegen brengt je de hoeveelheid ingeademde lucht in balans met de geleverde fysieke inspanning. Dat levert ontspanning op in je lichaam en door de inspanning worden je spieren geprikkeld om hun suikervoorraden aan te vullen. En ons lichaam heeft de eigenschap om die voorraad niet alleen aan te vullen maar er iets extra’s bij te doen zodat het de volgende keer deze inspanning makkelijker aan kan. Om dat extra aanvullen te triggeren moet de inspanning wel van een voldoende niveau zijn.
Het aanvullen gebeurt in de rust na de inspanning en het is dus belangrijk om te zorgen dat er tijdens die rust niet onnodig suikers worden gebruikt. Je lichaam heeft de neiging door te ‘jakkeren’ in de hogere verbranding na de inspanning en moet geholpen worden op tot die rust te komen.
Daar is dan weer de ademtherapie voor die, zeker na een inspanning, essentieel is om winst te boeken.
De inspanning moet juist gedoseerd worden. Voldoende voor een prikkel tot opbouw van extra suikervoorraden maar niet zo zwaar dat het lichaam tijdens de inspanning teveel suikers verbruikt.
Een inspanningsniveau ongeveer halverwege jouw aerobe en anaerobe drempel is daarvoor het beste.
Met een inspanningstest worden jouw drempels bepaald zodat je hartslag de graadmeter wordt voor je juiste inspanningniveau.
Mocht je schrikken van het idee om een inspanningstest te moeten doen, weet dan dat deze test maar kort duurt en heel gemakkelijk begint. Als het medisch onverantwoord is een volledige inspanningstest te doen, is ook een submaximale test mogelijk om mee te starten.
Misschien vindt je het een vreemde gedachte dat je, met je ernstige vermoeidheid, moet gaan trainen zoals een sporter dat doet. Maar dat is het niet.
Want wat wil een sporter, bijvoorbeeld een marathonloper? Die wil (nog) grotere suikervoorraden in zijn spieren en tijdens het lopen zo zuinig mogelijk met die suikervoorraad omgaan om de finish te halen voor die voorraad op is. Daarvoor is die voorraad nooit groot genoeg. Dus moet het aandeel van de vetverbranding in de energielevering omhoog.
En wat wilt jij? Een grotere suikervoorraad in je spieren en bij je dagelijkse dingen zo zuinig mogelijk met die suikervoorraad omgaan om de hele dag actief te kunnen blijven. Dus moet bij die dagelijkse dingen het aandeel van de vetverbranding in de energielevering omhoog. En je suikervoorraad moet groter worden.
De uitgangssituaties zijn natuurlijk heel anders, maar de mechanismen in het lichaam zijn hetzelfde. Dat betekent ook dat je net als de sporter regelmatig, en dat is drie maal per week, moet gaan trainen om een goed resultaat te behalen. Maar wel trainen op het niveau dat bij jouw mogelijkheden past.
De methode van Stans van der Poel werkt, maar het gaat zeker niet vanzelf en kost heel wat tijd. Het vraagt doorzettingsvermogen van je om die trainingen te doen.
Het is zeker niet even een pilletje en het probleem is weg.
Naast de ademtherapie en het bewegen wordt er aandacht besteed aan uw voeding, want ‘verkeerde’ voeding stimuleert de suikerverbranding en remt de vetverbranding. En dat is precies wat we niet willen.